Zara Dwinger over roadmovie 'Kiddo': "Ze komen nooit aan en blijven nooit lang"

24.10.2023

Hoe cool kan een jeugdfilm er uitzien? Kiddo verkent de grenzen van het genre met een verhaal over een moeder en dochter op een avontuurlijke roadtrip richting Polen, in een blauwe Chevrolet met een kapotte CD speler die voortdurend hetzelfde liedje speelt. Onderweg houden ze halt in wegrestaurants en motels. Lu, die in een pleeggezin opgroeit, kent haar moeder Karina nauwelijks en haar loyaliteit wordt zwaar op de proef gesteld.

Gezin & familie, Interview

Kiddo ging in première op Film Fest Gent en heeft heel wat troeven in handen: een oogverblindend en stijlvast art design, twee prachtige hoofdpersonages, Lu’s sympathieke reisgenoot Henk de slang, en een heleboel dubieuze levenslessen. Zoals: je moet elke dag minstens één keer luid schreeuwen.

Heb je vandaag al geschreeuwd?

Zara Dwinger: Nee, nog niet. Had ik eigenlijk even moeten doen. Het is belangrijk om een uitlaatklep te hebben voor alle gevoelens die door je heen razen. Voor sommige mensen is dat schreeuwen, voor anderen kan het iets anders zijn. Bij mij is het knuffelen met mijn kat. Maar misschien zou schreeuwen voor mij ook wel werken.

Ik las ooit dat je aan de lichaamstaal van mensen die uit de bioscoop komen kan zien wat voor film ze gezien hebben. Toen ik na Kiddo uit de zaal kwam, had ik volgens mij een heel cool en swag loopje.

Dwinger: Dat klinkt goed, maar ik zag ook al mensen die aan het huilen waren. Mij maakt het niet uit wat de film precies met je doet, als hij maar iets doet.

Kiddo lijkt een genrefilm… maar ik weet niet precies welk genre.

Dwinger: De stijl heet ‘lovers on the run’, in een mix met road movies, coming-of-age, enz.

Bijgevolg speelt de film zich voor een groot deel af in tankstations, motels en diners.

Dwinger: Toen ik de eerste locatiebriefing maakte, kreeg ik de reactie: dit kan helemaal niet; we zitten in Polen, niet in Amerika. Maar voor mij hoefde het niet allemaal perfect te zijn; het mocht er ook imperfect uitzien. De locatiescout heeft een heleboel te gekke plekken gevonden, en zo nodig zocht onze cameraman urenlang op google maps. Als hij iets interessants zag, reden we erheen en was het vaak geweldig. Zo hebben we de helft van onze Poolse locaties gevonden.

Behalve de straat bij het pleeghuis; die ziet er heel Belgisch uit.

Dwinger: Dat is in Nijmegen! In Nederland hebben we inderdaad niet veel zulke straten. Dat buurtje zou een half jaar later gesloopt worden, dus het was een soort filmset waar de helft van de huizen leeg stond.

Hoe verklaar je die romantiek van tankstations?

Dwinger: De relatie tussen Lu en Karina is vluchtig - ze is er niet voor haar en als ze er toch is, kan ze zo weer weg zijn. Dat zocht ik ook in de locaties. Ze komen nooit aan op een plek en blijven nooit lang. In een motel pak je amper je bagage uit, want je bent meteen weer weg.

Eerder dan aan filmscènes doen die locaties mij aan foto’s denken.

Dwinger: Klopt. Fotografie was een inspiratiebron, vooral Amerikaanse foto’s uit de jaren ‘50 en ‘60. William Eggleston maakte prachtige foto’s van zulke niksige plekken. Met die iconische beelden zochten we aansluiting bij ‘lovers on the run’ films zoals Bonnie & Clyde en Thelma & Louise.

Eén locatie stak er bovenuit…

Dwinger: De dino’s! Ik wilde een zekere eentonigheid in onze locaties doorbreken. In Polen zijn er blijkbaar veel dinoparken. Sommige daarvan zijn heel knap; dat van ons was ronduit lelijk… maar ook een beetje grappig.

Zijn de Polen eigenlijk blij met jouw keuzes?

Dwinger: Ja hoor! Poolse mensen in het publiek komen me vaak zeggen dat ze de film heel mooi vonden, maar dat ze nog nooit zulke plekken in Polen hebben gezien. Ook onze Poolse crew vroeg zich voortdurend af: waar hebben jullie dit nu weer gevonden? Maar ik wilde niet specifiek over Polen vertellen; het verhaal kon zich eender waar afspelen. Het gaat over de plek waar Karina vandaan komt en waar ze haar fantasieën op projecteert.

Waarom dan Polen?

Dwinger: In Nederland en België zit je voor een roadmovie heel beperkt. En er is een link met de realiteit: op het vlak van ouder-kindontvoeringen staat Polen in Nederland in de top 3; het gebeurt dus relatief vaak dat één Poolse ouder een kind meeneemt naar Polen zonder dat de andere ouder daarmee instemt. 75% van de ouder-kindontvoeringen gebeuren trouwens door moeders.

Kiddo gaat over een ouder die afwijkt van de norm, en hoe een kind daarmee omgaat. Op die leeftijd begrijp je niet altijd waarom een volwassene zich op een gekke of onconventionele manier gedraagt.

Zara Dwinger, regisseur van 'Kiddo'

Vertel je ooit het echte verhaal van Karina?

Dwinger: Nee, we houden ons aan het perspectief van Lu. Kiddo gaat over een ouder die afwijkt van de norm, en hoe een kind daarmee omgaat. Op die leeftijd begrijp je niet altijd waarom een volwassene zich op een gekke of onconventionele manier gedraagt. Je kan het leuk vinden of niet leuk, maar je kan het nog niet kaderen. Lu begrijpt het een beetje, maar niet helemaal. We zijn niet heel concreet over Karina; we deden research over borderline en bipolariteit, maar ik wilde geen exacte informatie geven. In het leven willen we altijd labelen - en soms is dat goed - maar wij wagen ons daar niet aan. Karina houdt trouwens niet van labels. Ze worstelt met haar mentale gezondheid, maar iedereen mag daar een eigen interpretatie of diagnose bij maken.

Wat zegt jouw film over moederschap?

Dwinger: We schreven vanuit het perspectief van het kind; het gaat dus niet zozeer over ‘moeder zijn’ maar over ‘een moeder hebben’, een moeder die er nooit helemaal voor jou kan zijn. Karina worstelt met haar verantwoordelijkheid voor een kind en vlucht liever weg. Kiddo vraagt begrip en empathie voor alle moeders en kinderen die in zo'n relatie zitten.

Samen in de hotelkamer hebben ze elkaar niet zoveel te vertellen.

Dwinger: Praten over koetjes en kalfjes doen ze niet. Ze hebben elkaar jarenlang niet gezien en moeten een beetje aftasten. Ze kennen elkaar nauwelijks en hebben allebei verkeerde verwachtingen. Lu heeft een geromantiseerd, idolaat beeld van haar moeder maar het is moeilijk om met iemand als Karina een echte band te creëren.

De dialogen zijn meestal spaarzaam; vaak wordt alles gezegd in één of twee woorden. Maar die zin “In het leven is het alles of niets” gaat wel een eigen leven leiden.

Dwinger: Die levenshouding komt vaak voor bij mensen met borderline, ADHD, enz. Ofwel ga je er helemaal voor, ofwel ren je ervan weg. Maar zo’n leven is niet vol te houden; Karina moet leren dat het niet altijd alles of niets hoeft te zijn. Er hangt ook een druk van perfectie over het moederschap. Daarom zegt ze: “Je hebt beter geen moeder dan een slechte moeder." Ik ben zelf ook een ‘alles of niets’ persoon - ik herken dat zwart-wit denken - maar op Karina heeft het een destructieve invloed.

Ik vond het fijn dat je zo’n positief beeld schetst van de pleegzorg: warm en begripvol, heel anders dan het gebruikelijke boeman-imago.

Dwinger: Lu heeft een warme, stabiele plek gevonden, weliswaar niet bij haar moeder maar bij iemand die lief is en waar ze een leven heeft opgebouwd met andere kinderen rondom haar. Ik begrijp dat je liever bij je echte moeder wil zijn - kinderen tonen vaak een grote loyaliteit voor hun (afwezige) ouders - maar voor veel kinderen is zo’n pleeggezin een prima oplossing.

Je had wel pech met de soundtrack dat het CDtje vastzat in die CD-speler in de auto!

Dwinger: In een road movie kan je met muziek heel veel kanten op, en dat idee van de CD die steeds hetzelfde nummer speelt past bij het knullige van hun reis. Met de music supervisor ging ik op zoek naar het juiste liedje. Ik vind Stay Awhile van Dusty Springfield een prachtig nummer, met een sixties gevoel dat uitstekend past bij hun auto en bij de fantasiewereld die Karina voor zichzelf heeft gecreëerd.

Naast de zijbalk plaatsen
Aan

De film is verdeeld in hoofdstukken.

Dwinger: Een road movie vertelt vaak een meanderend verhaal, een lineaire opeenvolging van kleine voorvallen. Daarom werkten we in de montage met hoofdstukken. Dat schept een kader, voegt wat sprookjesachtigheid toe en geeft het verhaal een extra drive. Ik hou wel van zulke stijlfiguren.

Dat dacht ik al - je film zit er tjokvol van!

Dwinger: Ik wilde dat sommige gedachten en fantasieën van Lu op een kinderlijke manier in beeld kwamen. Inspiratie voor de kleuren vonden we in de fotografie, en voor de camera dachten we o.a. aan films van Jim Jarmusch. In de montage accentueren we die fantasiewereld nog meer via het geluid. Veel bewegingen krijgen een geluidseffect mee, zoals in een cartoon. Alles werd extra uitvergroot, zoals de reis eruitziet in de fantasieën en dagdromen van de hoofdpersonages.

Het vintage kleurenpalet drukt z’n stempel op de film.

Dwinger: Daarover hebben we uitgebreid overlegd. De cameraman werkte met kleurenfilters, zodat ik tijdens het draaien al een idee kreeg van hoe mooi het er zou gaan uitzien. In de color grading werd dat nostalgische aspect verder uitgediept. We overwogen om voor de grap op de credits te zetten dat we gedraaid hadden op “original Kodak film”, wat we - voor alle duidelijkheid - dus niet hebben gedaan.

De ware held van de film is Henk, de slang van Lu. Hoe was Henk als acteur?

Dwinger: Heel relaxed. Rosa (van Leeuwen, die Lu speelt) had een paar weken op het diertje gepast voor de opnames en zij kon het beste met hem overweg. Nog voor ze hem ontmoette, had ze al een naam bedacht: “Hij moet Henk heten”. Samen met de ‘back-up-Henk’ zat hij in een gigantisch terrarium dat we dwars door Polen hebben gesleept. In het Cinekid Script Lab kregen we de suggestie dat Lu een sidekick nodig had. We vonden een huisdier wel leuk, als het maar niet te zoet of schattig werd. Zo’n slang maakt haar een beetje ‘anders’ en bewijst dat Lu - in tegenstelling tot haar moeder - wel voor iemand kan zorgen. Henk is een keertje kwijt geraakt, op de laatste draaidag. Toen was er paniek. Waarschijnlijk zat hij onder het tapijt waar we met z’n allen op stonden. Hij is er toch heelhuids onderuit geraakt en we vonden hem terug achter een kast.

Gert Hermans

Industry & redactie