Neushoorns zijn een bedreigde diersoort, vanwege de brutale acties van stropers. In de nieuwe jeugdfilm Thabo en de neushoornzaak wordt Thabo’s oom - een ervaren ranger - ervan verdacht een neushoorn te hebben vermoord. Thabo en zijn nieuwe vriendin Emma moeten zo snel mogelijk de echte daders te pakken krijgen. En intussen moet er voor de achtergebleven neushoornbaby gezorgd worden. Regisseur Mara Eibl-Eibesfeldt vertelt hoe leuk het is om met zo’n kleine dikhuid te werken.
Hoewel Thabo en de neushoornzaak een detectiveverhaal is, lijken we aanvankelijk beland in een documentaire over wilde dieren op de savanne.
Mara Eibl-Eibesfeldt: Maar we kijken altijd door de ogen van de personages; zij maken het verschil. Mijn man ging met een kleine crew drie dagen lang dieren in het wild filmen. Al wat je nodig hebt is geduld en een beetje geluk. Als je helemaal klaar zit, maar de leeuwen besluiten vandaag niet te komen opdagen... dan heb je een plan B nodig.
Toen ze eindelijk op safari gingen, mocht jij niet mee?
Eibl-Eibesfeldt: Ik had mijn portie safari's al gehad. Toen we locaties zochten, hebben we vermoedelijk wel 20 safari's gedaan. We bezochten drie lodges per dag en elke lodge bood een safari aan met hun beste ranger. Elke dag stond ik om vijf uur op voor de eerste tocht. Tegen dat we begonnen te filmen, had ik genoeg beesten gezien.
Genoeg slangen ook?
Eibl-Eibesfeldt: Iedereen was doodsbenauwd voor die slang! De producent drong aan op een plastic slang, maar dat wilde ik niet. Het probleem was dat het scenario beschreef hoe Thabo de slang uit de auto gooide. Een slecht idee! Nu legt hij het dier voorzichtig op de grond. Gelukkig werkten we met een hele goede slang.
Hoe definieer je ‘een hele goede slang’?
Eibl-Eibesfeldt: We vonden ter plaatse een man die slangen hield als hobby. We verwachtten paniek op de set zodra de slang arriveerde, dus kregen Litlhohonolofatso Litlhakayane (Thabo) en Ava Skuratowski (Emma) tijd om aan het dier te wennen.
De natuur ziet er op het scherm machtig mooi uit.
Eibl-Eibesfeldt: Het lijkt of je in het paradijs bent beland. Zo’n rondleiding in een nationaal park maakt je sprakeloos. Het is geen dierentuin; de dieren leven daar echt en je voelt je bevoorrecht dat je bij hen mag komen en hen observeren. Dat maakt de vondst van de dode neushoorn nog schokkender. Zijn er echt mensen die dit willen stuk maken? Dit machtige dier laat jou als gast toe in zijn wereld en in ruil gaan wij hem doden?
Vertel eens over de streek waar het verhaal zich afspeelt.
Eibl-Eibesfeldt: We zijn eigenlijk niet in Zuid-Afrika maar in Eswatini (het vroegere Swaziland), een klein landje ernaast. Het moeilijkste was om een traditioneel Zuid-Afrikaans dorp te vinden; veel van de lokale cultuur ging verloren tijdens de apartheid. Maar de Zoeloes hadden altijd een speciale status in Zuid-Afrika, ze behielden hun koning en cultuur. In KwaZulu-Natal vond ik eindelijk waar ik naar op zoek was: het landschap, de dorpen, mensen die hun eigen land bewerken,... We hoefden geen hut te bouwen; we gebruikten de hutten en huizen zoals ze waren, we filmden in de dorpsschool en in het politiebureau. Zo konden we de lokale bevolking bij onze activiteiten betrekken.
Daar raak je een gevoelig punt aan. Wat kan Afrika bijbrengen aan een Europese kinderfilm, en wat kan Europa bijbrengen aan de Afrikaanse cultuur?
Eibl-Eibesfeldt: De film is gebaseerd op een boek van de Duitse schrijfster Kirsten Boie. Ze kent het land en de inwoners door en door - Boie leidt een stichting die in Eswatini zorgt voor weeskinderen van ouders met HIV. Haar blik is niet die van een vreemde, maar van iemand die echt betrokken is. Bovendien is stroperij een belangrijk wereldwijd onderwerp. Mijn opa was bioloog en de strijd voor natuurbehoud was altijd een thema in onze familie.
Toch ben je net zoals Emma: een Duits meisje op bezoek in Afrika.
Eibl-Eibesfeldt: Maar de personages zijn geen vreemden; ik breng ze zo dicht bij het publiek dat we ons allemaal met hen kunnen identificeren. We werkten met een Afrikaanse crew en onze Zuid-Afrikaanse adviseur waakte erover dat het scenario klopte en voegde bepaalde details toe aan het verhaal.
Maar je wist dat dit verhaal vragen zou oproepen.
Eibl-Eibesfeldt: Toen we zeven jaar geleden aan dit project begonnen, waren de reacties: "Waarom zou iemand in Duitsland een film met Afrikaanse acteurs willen zien?" Een paar jaar later werd onze diversiteit plots heel erg geprezen. En weer een jaar later kregen we kritiek op onze eventuele postkoloniale visie. Zo snel veranderde het sociale klimaat. Maar zou het niet jammer zijn om geen films meer te maken over andere culturen, de anderen gewoon te negeren en ons enkel te richten op onze eigen kleine levens? Films kunnen andere werelden tonen en je laten reizen in gedachten.
Wanneer de ranger de dode neushoorn vindt, zucht hij: "Nu overkomt het ons ook." Hoe staat het momenteel met het stropen van neushoorns?
Eibl-Eibesfeldt: Er is een echte oorlog aan de gang. Stropers en rangers zijn allebei zwaar bewapend; stropers schieten op neushoorns en rangers schieten op stropers. Toen we in de lente begonnen te filmen, waren er dat jaar al 16 gevallen van stroperij gemeld. De babyneushoorn waarmee we werkten was ook een wees; haar moeder was vermoord. De weeshuizen worden streng bewaakt. Bezoekers krijgen niet eens het adres. Pas als je vlakbij bent, sturen ze je de coördinaten. Je moet je telefoon uitzetten, je mag geen foto's nemen... De controle is super streng en aan het einde van de dag wordt gecheckt of iedereen weer buiten is. Om stropers te dwarsbomen, zagen rangers vaak de hoorns op voorhand af. Maar soms schieten stropers zelfs een neushoorn zonder hoorns dood, gewoon om te laten zien dat ze het kunnen. Er zijn kleine stapjes vooruit gezet, maar de situatie is nog steeds dramatisch.
Had iemand al ooit een film met een baby neushoorn gemaakt?
Eibl-Eibesfeldt: Niet dat ik weet. We hadden een moeilijke start omdat crewleden een voor een uitvielen met COVID. Maar de scènes met de baby neushoorn - ze heette Daisy! - liepen opvallend vlot.
Hoe was het om met Daisy te werken?
Eibl-Eibesfeldt: We hadden drie dagen om al haar scènes te draaien. We waren heel voorzichtig om haar niet te storen, maar omdat ze tussen mensen opgroeide, voelde ze zich aldoor op haar gemak bij ons, ze liep vrij rond en wreef constant met haar neus tegen het statief. Alle scènes waren grondig voorbereid, maar je weet nooit of het echt gaat lukken.
Geef eens een voorbeeld.
Eibl-Eibesfeldt: Bijvoorbeeld wanneer Daisy niet uit de fles, maar rechtstreeks uit de hand van de actrice drinkt. Dat hadden we nog nooit geprobeerd; het was een prachtig moment! Ava - die de meeste scènes met Daisy had - was super dapper; je hebt lef nodig om je hand in de bek van een wild dier te steken! Een andere lastige scène was toen de neushoorn wakker werd naast het slapende meisje. Baby's doen vaak een dutje nadat ze hun melk hebben gehad. Ava lag al op haar slaapzak. Omdat Daisy onrustig was, moest de verzorgster over haar buik aaien tot ze in slaap viel. We hadden een nep neushoorn die er stom uitzag - we gebruikten hem zo weinig mogelijk. Meestal zie je de echte Daisy aan het werk.