Chiara Malta & Sébastien Laudenbach over Linda wil kip!

07.05.2024

In Linda wil kip! heeft Linda’s mama iets goed te maken met haar dochter. Daarom belooft ze kip klaar te maken. Niet zomaar gewone kip… nee, kip met paprika, volgens het legendarische recept van Linda’s overleden papa. Maar… waar vind je een kip tijdens een algemene staking? Hoe krijg je dat voor elkaar als alleenstaande moeder die nog gebukt gaat onder het verdriet vanwege het verlies van haar man? Beleef een avontuur waarin de zoektocht naar kip volledig uit de hand loopt.

Gezin & familie, Interview

Linda wil kip! was de grote winnaar van Jeugdfilmfestival Antwerpen 2024 en van de ECFA Award voor Beste Europese Kinderfilm van het Jaar. In een interview onthullen de twee regisseurs hoe deze zalige komedie tot stand kwam.

Naast de zijbalk plaatsen
Aan

De film begint met een vleugje poëzie.

Chiara Malta: Linda wil kip! is een komedie, maar we beginnen met een snuifje melancholie. Dit gedicht geeft het publiek een voorproefje van de emoties die hen te wachten staan. Maar meteen daarna maken we hen aan het lachen.

Waar speelt de film zich precies af?

Malta: We situeren het verhaal in een Franse voorstad, waar ik mijn eigen nostalgische Italiaanse herinneringen aan toevoegde: iedereen kent elkaar en houdt elkaars kinderen in de gaten en verschillende generaties komen makkelijk met elkaar in contact. Zoals het koor in een Grieks drama becommentariëren de omwonenden alles wat er gebeurt op het binnenplein, de centrale agora waar personages elkaar ontmoeten.

Sébastien Laudenbach: Ook het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt is niet nauwkeurig bepaald. Er zijn wel mobiele telefoons, maar de auto's zien er ouderwets uit en de radio uitzendingen die je hoort op de achtergrond dateren van mei 1968.

Tussen Linda en haar moeder zijn er voortdurend kleine spanningen.

Malta: Kinderen voelen zich vaak eenzaam en onbegrepen. Ze kunnen hun verhalen moeilijk delen met hun ouders, die druk bezig zijn met hun dagelijkse problemen - ze zijn fysiek wel aanwezig, maar niet mentaal. Linda’s moeder wordt opgeslorpt door verdriet; ze treurt om de dood van haar man. Daarom bedachten we een verhaal dat moeder en dochter dichter bij elkaar brengt.

Laudenbach: Veel kinderfilms tonen vlekkeloze ouders die zich altijd heroïsch gedragen, en in een sfeer van camaraderie omgaan met hun kinderen. Terwijl Linda wil kip! toont hoe stress en verdriet ervoor zorgen dat ouders hun kinderen niet altijd correct behandelen. Wij willen onze kijkers geen complexen bezorgen - “Ik zal nooit zo’n goede ouder zijn zoals zij”. Veel volwassenen hebben ons daarvoor bedankt. “Dit soort vrouwen zien we te weinig op het scherm.

Jullie dialogen klinken heel realistisch.

Laudenbach: Dat zijn ze ook! De originele Franse versie werd niet ingesproken. We bouwden een set, zoals bij een speelfilm, met micros in plaats van camera's. Daar brachten we de acteurs samen. Ze acteerden zonder uitgeschreven tekst, met veel vrijheid voor improvisatie. De animatie is gegroeid vanuit die klankband. We namen ook klank op in scholen en flatgebouwen,... De scène waarin kinderen voetbal spelen in de lift, werd effectief opgenomen in een flatgebouw waar ze in de lift aan het voetballen waren; je hoort de akoestiek van het gebouw. Veel dubbings in andere landen - zoals de Vlaamse dub - zitten heel dicht bij dat origineel, maar ze zijn nooit 100% authentiek.

Een van mijn favoriete momenten is wanneer Linda thuiskomt, haar schoenen uitschopt en haar spullen in het rond gooit. Die authenticiteit is prachtig.

Malta: We geven de kijker het gevoel dat de film - klank en beeld - ter plaatse gemaakt wordt; dat je zelf bij de actie aanwezig bent. Dat was voor ons een obsessie.

Tijdens hun missie blijft de chaos rondom de hoofdpersonages voortdurend groeien, tot ze een hoogtepunt bereikt in oma’s flat, waar mensen binnen en buiten stormen zoals in een ouderwetse deurenkomedie.

Malta: Chaos is moeilijk vast te leggen in een scenario. We gebruiken veel elementen uit de screwball comedy en wisselen die af met meer ingehouden passages en poëtische observaties, die dienen als rustpunten in het verhaal.

In animatiefilms dienen liedjes vaak als vrolijke intermezzo’s. Niet bij jullie!

Malta: Het zijn allesbehalve intermezzo’s. Ons verhaal loopt rechtlijnig van A naar B; gedurende twee dagen krijgen de personages te maken met acute, praktische problemen: de kip, de staking,... Enkel tijdens de liedjes wijken we af van die rechte lijn en komen we meer te weten over mama’s verdriet, over de herinneringen aan papa, enz. Zonder de liedjes zouden we die informatie nooit kunnen delen.

Ik vermoed dat jullie wel gepiekerd hebben over het 'dierenwelzijn' element.

Laudenbach: We zorgen ervoor dat de kip nooit een personage wordt; ze wordt op een abstracte manier getekend. Het is vreemd dat - hoewel we ons in een getekend universum bevinden - sommige vegetariërs weigeren om de film te zien. Vertellen waar ons eten vandaan komt, is een van onze thema’s. Het lijkt of de link tussen voeding en natuur niet meer bestaat. We zijn vergeten dat de kip in de supermarkt of de hamburger bij McDonald’s ooit een levend wezen was. Daarom wordt de kip in de film niet zomaar gedood; ze wordt ‘geofferd’. Haar dood krijgt een sacrale dimensie: ze praten tegen de kip en fluisteren dankbaar dat ze haar nooit zullen vergeten.

We maakten de animatie zoals een kind dat tekent: ongeduldig en gefocust op het hier en nu

Chiara Malta, regisseur van 'Linda wil kip!'

De animatie oogt uniek: grote kleurvlakken, vaak in ongebruikelijke kleuren en met aangedikte contouren.

Malta: We maakten de animatie zoals een kind dat tekent: ongeduldig en gefocust op het hier en nu; meestal zijn het volwassenen die kinderen opdragen om nauwkeurig te werken. Bij ons ging het snel en de tekeningen zijn niet helemaal af. We gebruiken trillende, levendige lijnen die de tekening niet volledig afbakenen. Sommige elementen komen scheef in beeld of ogen onafgewerkt.

Laudenbach: Doorgaans animeren tekenaars voor een film zo’n twee seconden beeld per dag; bij ons waren dat zes à zeven tot zelfs tien seconden. Zo snel werd er gewerkt.

Wanneer jullie personages bewegen, zijn ze vaak omhuld door een kleurenbubbel.

Malta: Elk personage kreeg een eigen kleur; om een personage te herkennen moet je enkel naar de kleur kijken. Zo gauw de herkenning er is, moet je niet meer op de details letten en blijft enkel de beweging over. We gebruiken die kleurenbubbels ook om de aandacht te vestigen op bepaalde details (zoals de trouwring van papa) en bovendien roepen die kleurige vlekken meteen een vrolijk gevoel op; ze doen denken aan confetti.

Jullie hanteren een duidelijk kleurenpalet. Hoe werd dat samengesteld?

Laudenbach: De kleuren werden instinctief gekozen per personage. Linda kwam eerst aan de beurt. In het scenario stond dat ze door de regen wandelde in een gele regenjas. Bovendien is zij een personage dat straalt. Het stond dus vast dat Linda geel werd. Van daaruit werden de andere kleuren vastgelegd. Voor de decors werkten we samen met de artieste Margaux Duseigneur. Ze leverde fantastisch werk. Ken je die krasplaten nog waarop je als kind tekeningen kon uitkrassen in een zwarte verflaag? Dat effect krijg je ook bij haar decors. Margaux’s werk heeft iets eenvoudigs, alsof het door kinderen werd getekend, maar bij nader inzien zijn het subtiele kunstwerkjes. Sommige decors zijn net abstracte schilderijtjes.

Malta: Haar werk is primitief en tegelijk zo krachtig en gesofisticeerd. Dat zou je krijgen als Picasso een tekenfilm zou maken.

Linda wil kip! is een van de prijsbeesten van het voorjaar en kreeg ook op Jeugdfilmfestival Antwerpen de prijs voor Beste Film van de internationale jury. Hoe voelt dat?

Malta: Dat raakt me erg. We wilden een film maken die kinderen de waarheid vertelt en niet liegt. En die de visuele stijfheid afgooit. We wilden een film maken voor een veeleisend publiek en blijkbaar hebben we dat gevonden bij kinderen. Deze prijs is dus niet enkel een erkenning voor ons, maar ook voor ons publiek.

Laudenbach: Elke prijs vertelt ons opnieuw: “Bravo, jullie hebben de juiste keuzes gemaakt!” Het is een bescheiden film; het verhaal is niet nadrukkelijk, er is geen overdaad aan special effects of indrukwekkende camerabewegingen, de film flitst niet en pronkt niet met bravoure stukjes. En toch blijkt hij overal ter wereld aan te slaan. Dat is enorm bemoedigend.

Gert Hermans

Industry & redactie