Regisseur Claude Barras over Red de jungle

11.02.2025

De 37e editie van het Jeugdfilmfestival Antwerpen trapt af met de hartverwarmende animatiefilm Red de jungle van Claude Barras. Deze avontuurlijke film speelt zich af in het weelderige oerwoud, waar Kéria, Selaï en hun familie alles op alles zetten om hun groene thuis te redden. Ze ontmoeten er zowel oude als nieuwe (dieren)vrienden, en ontdekken er ook zichzelf.

Animatiefilm, Interview, Natuur & milieu

Net zoals de jungle is het festival een plek van verbinding. In de bioscoop worden vrienden en familie hand in hand verwelkomd met een krachtige boodschap: ‘De aarde is niet van ons; we krijgen ze in bruikleen van onze kinderen.’

Claude Barras: Voor dit citaat vond auteur Antoine de Saint-Exupéry inspiratie bij de Toearegs uit de woestijn. Je vindt zulke uitspraken ook terug bij de Native Americans en de volkeren uit het Amazonewoud. Bij het nemen van belangrijke beslissingen houden natuurvolkeren blijkbaar meer rekening met toekomstige generaties dan met zichzelf.

Video file

In kinderfilms gedragen dieren zich vaak als mensen. In jouw film gedragen dieren zich als dieren. Ze eten zelfs andere dieren op.

Barras: Mijn films vertellen op een realistische manier over de wereld waarin wij leven. Natuurlijk hoop ik dat mijn verhalen avontuurlijk zijn, maar ik wil ouders en kinderen ook aan het denken zetten over onze wereld. Het eten van dieren en planten maakt deel uit van de grote cyclus van leven en dood, waar we op een evenwichtige manier deel van willen uitmaken. Maar onze wereld lijkt de balans kwijt; onze relatie met de natuur en met voeding is grondig verstoord.

Kinderen weten niet meer waar groenten en vlees vandaan komen.

Barras: Het grote verschil tussen de generaties van mijn ouders, van mezelf, en van de kinderen vandaag, is dat we steeds meer gefocust zijn op de stad. Met dieren en planten komen we - verrassend! - vooral via film en televisie in contact. Het feit dat we afgesneden zijn van de natuur, is mede de oorzaak van de sociale crisis waarin we momenteel verkeren. We zijn een weg ingeslagen die weinig toekomst biedt aan onze kinderen. Daarom moeten we snel reageren.

Toch eindigt je film met een vrij positieve boodschap: alle actie die we ondernemen heeft wel degelijk een effect. Zie je in werkelijkheid ook positieve signalen?

Barras: Sommige mensen deinzen er niet voor terug om de natuur te vernietigen en enorme schade aan te richten. Maar er zijn altijd individuen en NGO’s die zich verzetten. Zolang mensen blijven vechten, is er hoop. Plaatselijke bewoners boeken soms kleine overwinningen tegen de krachten van multinationals. Wanneer er een groot bedrijf het woud komt kappen, duurt het meestal lang eer de bewoners een advocaat inschakelen om zich te verdedigen. Tegen dan is het bos al gekapt. Maar onlangs waren de bewoners van een natuurgebied in Maleisië snel genoeg om hun recht op de grond te laten gelden. Zo konden ze het bedrijf tegenhouden. Moderne technologie, zoals drones en smartphones, kunnen helpen om bewijsmateriaal te verzamelen en foto’s te versturen. Dat is een stap vooruit. Bij de film lanceerden we een website waarop je dergelijke acties kan ondersteunen.

Barras: Het zou fijn zijn als mensen nieuwe manieren van consumeren willen uitproberen, zowel voor kleding, voeding, zeep, enz. Veel van deze producten bevatten palmolie en plastic. Soms zijn ze al meerdere keren de wereld rond gereisd voordat jij ze koopt. Door meer lokale producten te kopen, geef je jouw geld niet aan mensen die de wereld vernietigen. Je kan ook een tekening maken en opsturen naar de organisatie Foodwatch, die tekeningen verzamelt om ze naar het Europees Parlement te sturen in de strijd tegen de (belastingvrije) invoer van palmolie, die ontbossing in de hand werkt en ten koste gaat van Europese boeren. Politici zijn hieraan medeplichtig, want deze destructieve strategie draait enkel om geld en economie. Misschien hebben kindertekeningen een grotere impact op politici dan handtekeningen. Ook daarover lees je meer op www.sauvages-lefilm.com.

De legendes en rituelen van het Penan volk zijn prachtig. Waren het bestaande verhalen of heb je ze bedacht voor de film?

Barras: Ik woonde enkele weken bij de Penan. En ik ontmoette Nelly, die op haar twintigste naar Europa kwam om actie te voeren tegen de ontbossing en verliefd werd op een Fransman. Ze spreekt Penan en kent de cultuur door en door. Ze hielp me bij het opnemen van de stemmen in het Penan dialect, en legde me de betekenis van de legenden uit. Nelly vertelde over de manier van jagen, over hun relatie met de doden, en over de sculpturen van boomhars die ‘orisha’s’ (bosgeesten) voorstellen en worden gebruikt bij het bidden. Ik wilde een realistische film maken over een etnische groep die ik niet kende, maar dankzij Nelly kon ik nauwkeurig getuigen over hun manier van leven en hun wereldbeeld.

De props en rekwisieten maakte je samen met de plaatselijke bevolking.

Barras: Ik logeerde ter plaatse bij een Penan familie: grootvader, grootmoeder en een klein meisje dat een jaar lang naar school was gegaan, maar daar had ze geen zin meer in; ze wilde terug in het bos zijn. Zij stond model voor het personage van Selaï. Ik ging met de familie de jungle in en zag hoe leuk ze het vonden om mini-hutjes voor de kinderen te knutselen. Ik stelde hen voor om met gelijkaardige materialen ook aan onze poppen te werken. Ze mochten al hun ambachtelijke talenten bovenhalen om de poppen te ontwerpen. Het was een hele klus om de jungle van Borneo na te maken, inclusief bomen, bloemen, rotsen en rivieren. Het kostte 60 mensen meer dan een jaar om de 41 sets te maken die je in de film ziet.

Hebben zij ook meegeschreven aan het verhaal?

Barras: Zij hadden vooral invloed op de manier waarop het verhaal verteld moest worden. Want dat heeft directe gevolgen voor het echte leven. Stel je voor dat je opschept in je verhaal, of de spot drijft met een dier, of een persoon - levend of dood - beledigt, dan kan dat ongeluk brengen over de gemeenschap. Ik moest het script dus in lijn krijgen met hun overtuiging, en afstellen op hun waarden en gewoonten.

Video file

Een deel van het geluid werd ter plaatse opgenomen.

Barras: Het geluid in het oerwoud is fenomenaal, het gaat maar door, van 's ochtends tot 's avonds, en het is telkens weer anders. Elk dier communiceert in zijn eigen tonaliteit met zijn soortgenoten. Wie zich niet laat horen, kan niet overleven, want zonder geluid kan je geen partner vinden om je voort te planten, voedsel te verzamelen, enz. Sommige biologen doen aan bioakoestiek. Ze maken lijsten van aanwezige soorten, enkel door naar geluiden te luisteren. Ik wilde dat aspect van de natuur via klank meenemen tot in de bioscoop. Onze componist Charles de Ville kon wel 30 diersoorten tegelijk laten zingen in verschillende tonaliteiten en ritmes. Hij kon al die geluiden synchroniseren, opdrijven, ritmeren,... om de emoties te versterken.

Heb je zelf een voorkeur voor een bepaalde scène?

Barras: De scène met de panter op de brug. Veel kinderen twijfelen: is het echt een panter, of is het de reïncarnatie van de apenmoeder? Ik weet het antwoord ook niet. Een film toont één visie op het verhaal, maar er zijn zoveel andere perspectieven mogelijk.

Op de soundtrack staan twee opvallende liedjes: het cultnummer Tous les cris les S.O.S. van Daniel Balavoine, en de seventies stomper Eye of the Tiger van Survivor.

Barras: Ik gebruik in mijn films graag liedjes die me hebben beïnvloed toen ik jong was. Tous les cris les S.O.S. is het lievelingslied van mijn zus, met wie ik een nauwe band heb. De boodschap van het lied klinkt nog steeds actueel, misschien nog meer dan in de jaren 80, toen het geschreven werd. Zo beseffen mensen van mijn leeftijd hoezeer de tijd vliegt, en dat we dringend actie moeten ondernemen.

Gert Hermans

Industry & redactie