Achter de schermen met de makers van Door dik en dun

19.03.2025

Goedgehumeurd fladdert Ben Pipetka door zijn puberjaren. Hij zingt in een band en zijn ware passie is koken en eten. Pas wanneer hij verliefd wordt op de mooie Klara, begint hij aan zichzelf te twijfelen… en gaat aan het diëten! Zal Ben zichzelf leren accepteren zoals hij is?

Animatiefilm, Interview

In de keuken tovert Ben zelfs het saaiste gerecht om tot een overdadig kunstwerkje. Van Door dik en dun van regisseur Kristina Dufkova gaat zelfs de grootste viesneus watertanden.

Moeten we ons na het zien van Door dik en dun hongerig voelen? Of dik? Of gewoon gelukkig?

Kristina Dufková: Doe maar gelukkig! En hoopvol, omdat we er in moeilijke tijden niet alleen voor staan. Daarom maakte ik de film zo kleurrijk; ik ben dol op kleuren!

Volgens mij had je veel lol in het animeren van de gerechten: de kleverige snoepjes, het vlees dat spettert in de pan, de torenhoge hamburgers. Zelfs groenten zien er bij jou lekker uit!

Dufková: Alles moest eruitzien alsof het werkelijk eetbaar was. Soms gebruikte ik zelfs echt eten - zoals aardappelpuree of slagroom - zodat het er ook in close-up smakelijk uitzag. De soep was het moeilijkste, vloeibare dingen animeren is nooit simpel.

Matej Chlupáček (producer): Ik herinner me dat Kristina een heerlijk runderstoofpotje maakte, dat er niet enkel op het grote scherm heel lekker uitzag.

Ben heeft gevoel voor humor, hij is goed met woorden,... Echt een charmante knul.

Dufková: Daarom hield ik zo van het boek van Mikaël Ollivier. Ben is niet zo’n typisch pestslachtoffer. Hij kan zichzelf relativeren en is een scherpe observator; hij is erg snugger en weet hoe hij zijn humor en intelligentie moet gebruiken.

Hij lijkt best tevreden met zichzelf, tot zijn positieve mindset verandert en hij boos en neerslachtig wordt. Wat veroorzaakt die verandering: liefde, puberen, of gepest worden?

Dufková: Een combinatie van dat alles, met liefde als het grootste obstakel. Hij staat er op dat moment alleen voor; er is niemand om hem te helpen. Ben heeft tunnelvisie, hij kan enkel nog aan zijn eigen problemen denken. Pas wanneer iemand hem helpt om de dingen vanuit een andere hoek te bekijken, komt er weer plaats voor optimisme…

… en een happy end!

Chlupáček: Mensen stellen vaak vragen over het einde van de film. Ze willen weten of Ben en Klara een stel zijn geworden. Voor mij gaan die slotscènes niet over daten, maar over vriendschap. Het boek van Mikaël Ollivier is min of meer autobiografisch. Hij werd op die leeftijd verliefd op een meisje dat erg op Klara leek. Een koppel zijn ze nooit geworden.

Je film promoot een gezonde levensstijl, maar met diëten loop je niet hoog op. Telkens als er een dieet ter sprake komt, gaan alle alarmbellen af.

Dufková: Ik ben al een miljoen keer op dieet gegaan. Het is een obsessie, in mijn ogen is iedereen voortdurend aan het diëten of over diëten aan het praten. Ik wil niet oordelen, want ik ben geen dokter of diëtist, maar voor mij was het belangrijkste dat Ben vrede vond met zichzelf en zijn gevoelens. Trouw blijven aan je emoties, daar gaat de film echt over.

Waar speelt het verhaal zich precies af?

Dufková: In het boek speelt het verhaal zich af in Frankrijk, maar ik verplaatste het verhaal naar een universelere plek. De school, de speelplaats,... het zijn plekken die voor mij heel vertrouwd aanvoelen in een middelgroot provinciestadje.

De poppen zien er geweldig uit. Hun ogen lijken wel knikkers, maar zitten vol leven.

Dufková: Het zijn inderdaad knikkers, maar wat opvalt zijn de beweegbare oogleden. Dat is ongebruikelijk. Ik vond niemand in Tsjechië die daar ervaring mee had, dus we moesten voor elke pop zelf zo’n systeem ontwikkelen. Daardoor kan ik de ogen vrijuit van links naar rechts bewegen en de kleuren bijsturen. Zulke details maken het verschil.

Het leukste vind ik het haar van de poppen. Mijn favorieten zijn de gymlerares, en Bens beste vriend Erik, die als twee druppels water lijkt op de gitarist van Lenny Kravitz.

Dufková: Voor zulke kapsels heb je echt haar nodig! De tests die we deden met kunstmatig haar zagen er nogal flauw uit. We lieten een haarstylist kleine pruiken maken, die pure horror waren voor de animatoren. Ze klaagden er voortdurend over, want natuurlijk haar is onmogelijk onder controle te houden. Dat beweeglijke haar wil ik behouden in mijn volgende films, maar we moeten wel op zoek naar een animator-vriendelijkere techniek.

Tsjechië was altijd een grootmeester in poppenanimatie. Sluit jouw werk daarbij aan?

Dufková: Ik kom uit de wereld van getekende 2D animatie. Op school vond ik alle technische obstakels van stop-motion animatie veel te ingewikkeld. Met verf kon ik gewoon alles tekenen wat in me opkwam, en als ik het verprutste, begon ik opnieuw, terwijl je voor stop-motion alles van tevoren moest plannen. Nu ik de stop-motion techniek op eigen houtje onder de knie probeerde te krijgen, vond ik het veel leuker. En ik werd omringd door mensen die deze techniek allemaal op dezelfde manier hanteerden.

Hoe groot waren jouw filmsets?

Dufková: De meeste waren bescheiden sets van een meter groot, maar het zwembad was gigantisch en de schoolgang was ongeveer 6 meter lang - dat is echt enorm!

Het perfecte publiek voor deze film zijn jonge tieners... precies de leeftijdsgroep die niet naar de bioscoop gaat om een animatiefilm te zien.

Dufková: Daarom wilde ik deze film zo graag maken. Mijn dochter worstelde als tiener met een gelijkaardig probleem en ik kon geen enkele film vinden die het onderwerp bespreekbaar maakte. Dus maakte ik de film zelf, al kostte het me 13 jaar, en is mijn dochter inmiddels volwassen. Maar ik vind het geweldig als mensen me komen vertellen dat zij zich door mijn film aangesproken voelen.

Chlupáček: We hebben vanaf het begin voor dit project moeten vechten en er was moed nodig om de film te maken. Maar het is ons gelukt.

Nog een detail… wat heeft de wereld tegen gymleerkrachten?

Chlupáček: Oh, wat haatte ik mijn gymleerkracht! Mijn ervaring was net zoals die van Ben.

Dufková: Hadden we niet allemaal een hekel aan onze gymleerkracht? Volgens mij is dat een universeel gevoel. Dat gold ook voor de auteur Mikaël Ollivier. Ik geloof dat lichamelijke opvoeding op scholen een goede zaak is; er zijn enkel leraren nodig die hun leerlingen motiveren in plaats van ontmoedigen.

Gert Hermans

Industry & redactie