De schooltuin is een documentaire die je met de handen in de aarde wil doen wroeten

31.05.2022

De groentenbedden in de Amsterdamse schooltuinen vormen het kloppend hart achter een sociaal project. Maar deze groene oases zijn ook een habitat voor allerhande wilde natuur. Na het zien van De schooltuin voel je de groene vingers tintelen, of krijg je zin om in een verse wortel te bijten.

Documentaire, Interview, Natuur & milieu

Schooltuinen werden zo’n 100 jaar geleden opgericht. Was de noodzaak toen anders dan vandaag?

Mark Verkerk: 100 jaar geleden kampten veel arme kinderen in Amsterdam met ondervoeding. En ze konden nauwelijks ontsnappen aan de drukte en vervuiling van de stad. Schooltuinen boden voor beide problemen een oplossing. Amsterdam is inmiddels een veel leukere en gezondere plek om te wonen, maar vandaag missen veel kinderen het directe contact met de natuur en met de oorsprong van gezonde voeding. De behoeften vandaag zijn in veel opzichten net zo belangrijk als toen.

Je toont kinderen die uitermate opgewonden raken bij de simpele sensatie van graaien in het zand.

Verkerk: Vaak wordt beweerd dat kinderen enkel voor hun schermpjes willen zitten. Maar als je hen de kans geeft, worden ze net zo vrolijk van met hun handen in de aarde te wroeten. Direct contact bieden met de natuur is een van de hoofdtaken van de schooltuinen, en die rol vervullen ze met glans.

Er wordt een heleboel uitgelegd en bijgeleerd, en toch is dit geen traditionele schooltelevisie.

Verkerk: Het verhaal wordt niet verteld door een commentaarstem. We volgen de kinderen een jaar lang bij hun bezigheden in de tuin, alsof we naast hen lopen en de dingen doen en ervaren net zoals zij.

We zien een enorme diversiteit aan dieren in de moestuin; van een kreeft en een vos tot zelfs een ringslang. Hebben jullie een beetje vals gespeeld?

Verkerk: Nee hoor, al die dieren tref je werkelijk aan in schooltuinen. Sommige tuinen sluiten dicht aan bij water, wat ijsvogels en ringslangen aantrekt; elders lopen konijnen, vossen en egels rond. Meestal krijgen kinderen die dieren niet te zien; daarvoor moet je net iets beter kijken. Maar ik maakte gebruik van mijn ervaring als natuurfilmer, en de aanwezigheid van onze camera’s maakte hen bewust van de rijkdom van de natuur. In feite zijn alle 13 Amsterdamse schooltuinen belangrijke natuurgebieden voor de stad.

We zijn getuige van enkele heel bijzondere momenten: het uitkomen van de slangetjes, de vos die paradeert voor de camera, de vangst van de veenmol, … Welk moment was voor jou het meest bijzonder?

Verkerk: Is het niet geweldig dat de ringslang volop terug is in Amsterdam? Hun aantal blijft groeien. Het is een erg schuw dier maar met de hulp van stadsecoloog Geert Timmermans kregen we ze goed in beeld. De mens helpt de ringslang ook een handje door het aanleggen van broeihopen waarin de vrouwtjes hun eieren leggen.

De film vertelt vooral over de schooltuin, minder over de kinderen die er in werken. Hoe groot was de verleiding om extra aandacht te geven aan individuele personages?

Verkerk: Aanvankelijk was het een leuk idee om kleine groepjes kinderen van nabij te volgen, tot bleek dat we ons beter focusten op de tuinen, en wat die bij kinderen teweeg brengen. Eén keer maken we een uitzondering: we gaan met de kinderen mee naar huis om te kijken hoe ze hun oogst thuis klaarmaken. Zo benadrukken we de impact van de tuinen op een brede gemeenschap. Vaak komen kinderen thuis met tassen vol zelf verbouwde groenten en weten ze niet wat ermee aan te vangen. Maar je kan de ouders ook meetrekken in het enthousiasme om vaker groenten op het menu te zetten. Hoewel de dreiging van ondervoeding vandaag grotendeels verdwenen is, houden niet alle kinderen er een gezond voedingspatroon op na. Gezonde voeding ligt aan de basis van de strijd tegen obesitas.

Het geeft ons ook een idee van de enorme diversiteit op Amsterdamse scholen. Zo’n schooltuin brengt de meest uiteenlopende kinderen bij elkaar.

Verkerk: Geweldig, toch? Zo wordt de schooltuin een plek om verschillende eetculturen te delen.

Ieder bewerkt z’n eigen groentebedje, en toch voelt het als een groepsgebeuren.

Verkerk: Vaak tot grote verbazing van de leerkrachten. De omgeving motiveert kinderen blijkbaar om elkaar te helpen; de tuin wordt een sociaal motief om ervaringen te delen.

Is het de bedoeling dat we na het kijken zelf ook groene kriebels in de vingers krijgen? Ik kreeg na de film enorm veel zin om meteen met spade en hark de tuin in te gaan.

Verkerk: Je hoeft zelfs geen tuin te hebben; je kan al aan de slag op een balkon of vensterbank. Het zou ons allemaal goed doen om dichter bij de natuur en bij de oorsprong van ons voedsel te komen.

Gert Hermans

Industry