BOOS: “De grote ontploffing”

17.06.2021

Ket & Doc, dat zijn elk jaar vijf nieuwe Vlaamse documentaires voor het jonge publiek. Tijdens het JEF festival gingen ze alle vijf in première en achteraf gingen kinderen in gesprek met de makers. Niet live in de zaal, maar via een computer in hun klaslokaal. Ketnetwrapper Sien Wynants leidde de gesprekken in goede banen.

Documentaire, Interview, Neurodiversiteit

Sommige kinderen worden vaak boos. Zo boos dat het thuis of op school niet meer houdbaar is. Veel mensen noemen hen stout, of onhandelbaar. Maar is dat wel zo? We ontmoeten deze kinderen in het kinderziekenhuis op de afdeling psychiatrie. Via een collage van gesprekken, foto's en beelden ontdekken we waarom ze hier zijn, waarom ze zo boos zijn, en hoe ze zich daar zelf bij voelen.

Hoe kwam je bij dit thema terecht?

Frederike Migom: Een paar jaar geleden wist ik nauwelijks dat er in het ziekenhuis een afdeling kinderpsychiatrie bestond. Ik wilde meer te weten komen over kinderen die zodanig in de knoop zitten met hun gevoelens, dat ze zes weken lang worden opgenomen in het ziekenhuis. Ik wilde hun verhaal horen, dat door mensen zo vaak niet goed wordt begrijpen. Daarom ging ik elke week naar het ziekenhuis om te praten met kinderen die daar verbleven.

De kinderen worden ‘boos’ of soms ‘stout’ genoemd, maar ze zijn niet de hele tijd boos.

Migom: Ze zijn zoveel meer dan alleen maar boos, en dat is belangrijk voor de film. Ik heb veel tijd met hen doorgebracht, en vaak hebben we gewoon gespeeld of geknutseld.

Iedereen wordt wel eens boos. Maar wanneer wordt het zo erg dat je ervoor naar de psychiatrie moet?

Migom: Als het niet meer lukt om naar school te gaan of gewoon thuis te leven, als het kind zelf en de mensen rondom hen het niet meer aankunnen, dan heb je hulp nodig. Niet elk kind wordt meteen zes weken opgenomen, het kan ook veel eenvoudiger. Als het kind en de omgeving zich niet meer lekker voelen, kan je op allerlei manieren geholpen worden. Dat wou ik in deze film tonen: het is heel normaal om je soms niet goed te voelen, en hulp vragen kan altijd. Maar er is altijd een reden waarom kinderen boos worden, en daar moeten we naar op zoek gaan.

Is het ziekte of kan je het afleren?

Migom: Kinderen krijgen te maken met zoveel verwarrende gevoelens en het is voor hen soms moeilijk om die te begrijpen - zelfs voor volwassenen is dat moeilijk. Al die verwarring kan er uitkomen in zo’n woedeaanval, zoals een ontploffing. En als die gevoelens heel sterk zijn, kan de ontploffing heel groot zijn.

De kinderen kunnen moeilijk geloven dat je echt in hen geïnteresseerd bent. “Ik denk niet dat jij mij leuk vindt,” zegt een van hen.

Migom: Als je als kind van je leerkrachten en ouders alleen maar hoort dat je lastig bent, als andere kinderen je pesten en niemand nog met je wil spelen, dan ga je geloven dat niemand je leuk vindt. Bovendien vinden sommige kinderen het moeilijk om over hun toestand te praten. Je voelt dat ze niet altijd kunnen / willen uitleggen wat er precies scheelt. Daardoor stelde ik me veel vragen over mijn rol als documentairemaker. Ik wil geen antwoorden uit hen peuteren, ik wil alleen laten horen wat ze echt te zeggen hebben. Daarom hoor je ook het geroep op de achtergrond, of als ze aangeven dat het genoeg is geweest. En ik twijfelde of ik mijn eigen stem in de film zou laten horen.

Wou je een reeks portretten maken van verschillende kinderen, of laat je ze vooral als groep aan het woord?

Migom: Ik heb me niet gefocust op één of twee kinderen; ik wilde de stem laten horen van een groep kinderen die iets met elkaar gemeen hebben: door hun problematiek worden ze allemaal vaak boos en ze voelen dat de wereld daar geen begrip voor heeft. De kinderen krijgen via de animaties wel een eigen kleur en textuur die past bij hun persoonlijkheid (bv. de gestructureerde lijnen van autisme versus het wilde gekrabbel van ADHD) en via hun slaapkamers krijgen ze een individuele achtergrond. Ze kregen allemaal een wegwerpcameraatje. De foto’s die ze daarmee maakten, werden in de film verwerkt. Wanneer ze steeds bozer worden en ontploffen, groeien hun stemmen uit tot één stem, omdat ze allemaal dezelfde ervaring delen: de boosheid heeft in de film maar één stem. Ik wilde bewust niet focussen op individuele verhalen.

Hoe reageerden de kinderen op de film?

Migom: Ik kreeg al lieve berichtjes van hun ouders. En een van de kinderen zei: ”Ik ben zo blij nu ik weet dat ik niet alleen ben.” Dat vond ik heel belangrijk.

Gert Hermans

Industry